Lennerts experiment: de TLDR-app
Too Long Didn’t Read (TLDR) is een uitdrukking die op het internet gebruikt wordt om aan te geven dat een tekst genegeerd werd omwille van de lengte, of als een aanduiding van een samenvatting. Lennert gebruikte dit fenomeen als inspiratie voor een Power App die met behulp van cognitive services de belangrijkste zinnen uit teksten plukt zodat je snel de essentie meekrijgt. De app is erg simpel in gebruik: je plakt de tekst in de tool, geeft aan hoeveel zinnen de samenvatting mag bevatten en laat de artificiële intelligentie z’n werk doen. Het werkt op basis van twee API calls. Eentje stuurt de tekst naar cognitive services en de tweede API call haalt het resultaat na een kleine verwerkingsvertraging op en stuurt het terug naar Power Apps. Het model hoeft niet getraind te worden dus je kan er meteen mee aan de slag!
10 tips (+ bonus) die onmisbaar zijn bij het bouwen van applicaties
1. Pixel perfect met de X en Y-waarden
Perfect uitgelijnde componenten zijn een streling voor het oog. In Canvas Apps maken de X- en Y-waarden het dan ook mogelijk om de perfecte horizontale en verticale positie van een element te bepalen. Naast die absolute waarde kan je ook een relatieve waarde ten opzichte van een ander element meegeven. Zet je een eerste knop bijvoorbeeld op 10 pixels van de rechterkant dan kan je alle onderstaande knoppen eraan verbinden zodat die automatisch dezelfde uitlijning krijgen. Handig als je ze toch allemaal weer wat naar links wil of bij het responsive maken van een app.
2. Beweeg vrij met componenten
Als je iets versleept heeft een component vaak de neiging om te aligneren met een andere, vaak niet de juiste, component. Door de component te verslepen en tegelijkertijd de ALT-toets ingedrukt te houden, kan je vrij bewegen.
3. Containers verlichten het werk
Containers zijn een verzameling van elementen. Hierdoor hoef je bepaalde handelingen maar één keer in te stellen. Denk bijvoorbeeld aan een pop-upvenster waarvan de elementen gebundeld werden in een container. Door de zichtbaarheid van de container op true of false te zetten, hoef je niet elk element van de pop-up apart zichtbaar of onzichtbaar te maken.
4. Hetzelfde geldt voor de scope-functie in Power Automate
De scope-functie in Power Automate kan je vergelijken met de hierboven benoemde container, ze verzamelen immers een heel aantal acties. Bij lange flows hou je het zo overzichtelijk. Vooral bij error handling is dit handig. Wanneer er iets faalt in het gebundelde proces, wordt dit gemeld en kan je er meteen de juiste actie aan koppelen.
5. Verberg de Power App navigatiebalk
Wanneer je een Power App rechtstreeks linkt, zie je bovenaan steeds de Office 365 navigatiebalk met de naam van de app, het logo van je bedrijf, enz. Je kan die header verbergen door een stukje ("&hidenavbar=true") toe te voegen aan de URL. Dat ziet er veel cleaner uit en de app verschijnt zo full screen.
6. Power Automate pane in Power Apps zorgt voor betere integratie
Het Power Automate paneel in Power Apps aanzetten, zorgt voor een veel betere integratie tussen beide tools. Je hoeft zo niet meer constant te switchen tussen de tabbladen van je app en de flow. Bij troubleshooting is het wel minder handig in gebruik.
7. Delegeerlimiet verlagen in plaats van verhogen
Power Apps Delegation zorgt ervoor dat Power Apps maar een kleine hoeveelheid gegevens ophaalt, waardoor de app sneller werkt en de gebruikerservaring verbetert. Het nadeel van de delegeerbaarheid van functies is de limiet van het aantal items dat weergegeven wordt. Deze staat standaard op 500 ingesteld en hoewel deze verhoogd kan worden, loont het soms om deze ook te verlagen. Zo weet je bij het testen van je app zeker of de juiste resultaten teruggegeven worden en hoef je geen lijst van 500 items of meer te voorzien.
8. Cache data lokaal met Set() en ClearCollect () in Power Apps
Je kan Set() en ClearCollect() gebruiken om data lokaal te cachen in Power Apps. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn in het geval van een tabel met 5000 items die je op een aantal schermen nodig hebt. Om te voorkomen dat je de gegevens op elk scherm opnieuw moet inladen en performantie verliest, kan je deze lokaal cachen.
9. De Power App V2 component is beter
De nieuwe PowerApps V2 trigger die in Power Automate flows gebruikt kan worden is een beduidende verbetering ten opzichte van zijn voorganger. Zo kan je parameters die je niet meer wil gebruiken, nu ook effectief verwijderen zonder de trigger opnieuw te moeten toevoegen. Daarnaast laat deze component toe om meer types van inputparameters te voorzien zoals een bestand of email.
10. Gebruik eens een ander icoon
De blogger Matthew Devaney deelt op z’n site zo’n 2000 gratis Power App icoontjes die je makkelijk kan toevoegen aan je eigen app. Je kopieert een stukje code en dat plak je als afbeeldingsbron in de app. Een leuke manier om je creatie wat op te vrolijken.
11. Bonus! Laat Power BI niet links liggen
Indien je beschikt over de extra Power BI licentie kan je erg makkelijk dashboardtegels toevoegen in je Power App. Zo kan je op een laagdrempelige manier eindelijk eens wat meer stilstaan bij data, het wordt immers niet voor niks het nieuwe goud genoemd!
