Drie aandachtspunten voor uw reis naar de cloud
Lang gold de stelling dat je big data maar best lokaal kon archiveren, vanwege de hoge storagekost van cloud. De grote cloudspelers zoals Microsoft en Amazon hebben echter veel geïnvesteerd in opslagschijven voor zogenaamde cold storage, waardoor het bewaren van archiefdata nu vele malen goedkoper is in de public cloud dan met gelijk welke on-premise opstelling. Ook in andere scenario’s maakt de IT-manager met cloud een slimme keuze, bijvoorbeeld als je piekmomenten in storage of rekenkracht moet opvangen. Op ons recente evenement Co-thinking about the future vertelde Prof. Bruno Volckaert van UGent dat open source de grootste drijfveer is om naar cloud te gaan, samen met mobiel werken. Toch kies je best niet eender welke leverancier. In deze blog geven we drie belangrijke aandachtspunten.
Alle toepassingen die gulzig omspringen met data, zoals het Internet of Things en big data, hebben op een gegeven moment snel extra rekenkracht nodig om zware berekeningen te doen. Zelf extra rekencapaciteit inkopen die vervolgens het merendeel van de tijd onbenut blijft, is een erg dure zaak. Dan wordt de ROI van pakweg predictive maintenance algauw negatief. In zo’n scenario verhuis je best naar de cloud, waar je elastisch kunt schalen en bijbetalen as you grow.
1. Platform of specialist?
Dat is ten andere een van de krachten van Microsoft Azure, dat als een exhaustief platform werkt. Of je nu een IoT-toepassing in de cloud wilt draaien of infrastructure-as-a-service, platform-as-a-service of software-as-a-service: Azure werkt voor elk businessmodel. Oracle bijvoorbeeld heeft met Oracle Cloud een eigen cloudoplossing voor zijn zware databases, maar je kunt er geen virtuele servers op draaien. Andersom kun je ook geen Oracle database draaien op Microsoft Azure (dat heeft te maken met licenties, daarover zo meteen meer).
De breedte van hun aanbod, hun omvang en schaalbaarheid zijn meteen ook de redenen waarom Microsoft, Google en Amazon de markt bijna volledig hebben kunnen innemen. Op een aantal niches na, zoals start-ups die al eens iets draaien op Alibaba Cloud en overheidsorganisaties die met Open Stack en G-Cloud werken, is de cloudmarkt al min of meer verzadigd.
Bedrijven kiezen gemakkelijker voor de drie marktleiders omdat ze open standaarden gebruiken en ze hun public cloud software zo beter kunnen koppelen met andere toepassingen. Daar valt iets voor te zeggen. Bovendien heb je keuze uit heel wat gecertificeerde partners om te helpen bij de migratie en dat is comfortabel. Maar welke moet je dan kiezen?
2. Licentie- en SLA-politiek
Maak eerst een goede analyse van je huidige toepassingen en licenties. In de Azure Marketplace vind je alle toepassingen die Microsoft ondersteunt en waarop ze SLA’s garanderen. Bovendien verschuif je ook gewoon je on premise licenties naar de cloud. Bring your own license, als het ware.
Zo heeft Microsoft goede afspraken gemaakt met SAP. De softwareleverancier paste zich aan hun public cloud filosofie aan. Je kunt tijdelijk een Azure-omgeving opzetten om een SAP-toepassing te testen en nadien weer afsluiten. Je betaalt dan tijdelijk voor infrastructuurkost, maar ook voor SAP betaal je dan een tijdelijke en geen jaarlijkse licentie. Zoals we al zeiden koos Oracle dan weer voor een eigen cloud, met behoud van zijn licentiesysteem. En je virtuele machines werken er niet. Om rekening mee te houden dus.
3. Legacy
Als alternatief is er daarom ook het hybride model, wat in ons land de meeste aanhangers heeft. De grote database of je overblijvende stukje legacy - waarvoor Microsoft geen SLA’s kan afsluiten - blijft dan in je eigen datacenter of dat van je dienstenleverancier, maar er is wel een koppeling met je andere systemen in de public cloud.
Cloud wordt dus gedomineerd door slechts drie spelers, maar op dit ogenblik is dat niets om je zorgen over te maken. Samen democratiseren ze IT en dat is een goede evolutie. Maak wel een goede analyse vooraleer je naar de cloud trekt. De Cloud Roadmap van Realdolmen is dan een goed vertrekpunt.
